De Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Halle
Dit jaar blaast de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Halle 100 kaarsjes uit. Jurgen Vandebotermet, sinds 2013 voorzitter van ‘de Kring’, neemt met ons voor de gelegenheid een duik in de rijke Halse geschiedenis …
Proficiat met jullie 100-jarig bestaan!
Jurgen Vandebotermet: “Bedankt! We zijn er trots op dat we met de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Halle al 100 jaar de historie van onze stad onderzoeken en levend houden. Dat doen we met onze publicaties, maar ook met tentoonstellingen, voordrachten, wandelingen en uitstappen. We zijn onze leden enorm dankbaar: dankzij hen kunnen we ons blijven inzetten om het verleden maximaal in het Halse straatbeeld zichtbaar te houden en ‘plaatsen van herinnering’ te herwaarderen.”
Jullie brengen ook een tijdschrift uit: Hallensia.
“Hallensia verschijnt elke drie maanden. Het is een toegankelijk tijdschrift, met zowel aandacht voor studies als verhalen, over de grote en kleine geschiedenis van Halle. Met ook prachtige foto’s van straten, gebouwen en parken uit ons verleden. Zo spreken we een groot publiek aan. Dat is belangrijk, want hoe meer steun we krijgen van de Halse inwoners, hoe meer we gedaan krijgen in het belang van onze stad.”
Hoe houden jullie de Halse geschiedenis levend?
“Naast historisch onderzoek en publicaties doen we ook gerichte aankopen van oude documenten en schilderijen. Die laten we restaureren en geven we in bruikleen aan museum den AST en het Halse stadsarchief, waarmee we nauw samenwerken. Uiteraard zetten we ons ook in voor het behoud van waardevol erfgoed in Groot-Halle en daarbij geven we als historisch genootschap geregeld advies aan het stadsbestuur. Zo hebben we mee onze schouders gezet onder een actie om de Villa Sainte-Anne in de Villalaan van de sloophamer te redden. Onze bijdrage was een lijvig dossier dat de erfgoedwaarde van het gebouw aantoonde. Wist je trouwens dat de woning in 1928 werd gebouwd door de familie Reumont-Van Lier, toen een van de bazen van de bekende cichoreifabriek Pacha? En het is nog altijd een pareltje in art deco-stijl voor iedereen die Halle binnenrijdt via de Welkomstlaan.”
Ook straatnamen zijn een middel om in het verleden te duiken?
“Klopt, denk bv. aan het Steenbakkerserf als naam voor de verkaveling tussen de Eugène Ysayestraat en de Wielewaallaan: een verwijzing naar de verdwenen steenbakkerij Van Hoedenaghe. Zo blijft de Halse geschiedenis bewaard in het straatbeeld. Het is trouwens ook een fijne manier om vrouwen uit het verleden in de kijker te zetten. Zoals de Misiabrug, vernoemd naar de kleindochter van de Halse cellist Servais: Misia Godebska. Daarnaast zijn er natuurlijk ook de standbeelden. Ook over de exemplaren uit het koloniale verleden is ons advies gevraagd. Volgens mij is het belangrijk om ze niet te verwijderen, maar te voorzien van borden met uitleg. Zo dienen ze nog altijd als kapstokken om duiding te geven én te leren uit het verleden.”
Hoe gaan jullie de 100ste verjaardag van de Kring vieren?
“Met een oproep aan alle Hallenaren! Onze verjaardag is de ideale gelegenheid om een heuse reddingsactie op poten te zetten. Met het project ‘Hals perkament’ willen we zo veel mogelijk historische documenten opsporen. Heb je op zolder nog oude akten, charters of oorkonden onder het stof liggen? Voor de Kring zijn die bijzonder waardevol om onze kennis over de stad uit te breiden. De overhandigde documenten worden bestudeerd, gerestaureerd en bewaard in het museum den Ast of het Rijksarchief, én ontsloten in het digitale beeldarchief. Zo zijn ze straks door alle Hallenaren te raadplegen. Als je ons kan helpen, neem dan contact op met Jurgen (0491 59 18 85 - Halle), Dirk (0474 17 99 58 - Lembeek) of Guy (02 356 00 68 - Buizingen). In januari van 2023 volgt nog een receptie voor onze verjaardag en dan gaan we van start met het project.”
Heb je tot slot nog enkele historische weetjes over Halle voor ons?
“Halle was tijdens de late middeleeuwen al een echte stad met landbouw, handel en nijverheid. Denk aan veelteelt, aan wol en vlas voor de plaatselijke laken- en linnenindustrie, aan tarwe, rogge en koolzaad voor de vele molens die hier waren, en natuurlijk aan gerst voor lambiek, geuze en jenever. Daarnaast was uiteraard de bedevaart al belangrijk en die bleef groeien tot in de tweede helft van de 19de eeuw. Toen werden er met Pinksteren zelfs speciale treinen ingelegd. Je moet je voorstellen: een stadje van 6000 inwoners werd in enkele dagen tijd overspoeld door 150.000 bedevaarders! En een week later volgden dan de prostituees. Ook zij kwamen ons Lieve-Vrouwken om bijstand vragen, tegen “vuil ziekten” en ongewenste zwangerschappen, maar ze moesten wel al afstappen in het station van Buizingen terwijl de moeders hun ongetrouwde zonen uit de cafés hielden.” (lacht)
Kan je nog enkele tips delen om ons Halse verleden te ontdekken?
“Naast de crypte onder de Sint-Martinusbasiliek is ook de bol boven de doopkapel absoluut een bezoek waard. Die dateert uit de 15de eeuw en is nog helemaal origineel. Ook bijzonder eraan: tijdens WOII zijn hier, met succes, verzetslieden verstopt voor de Duitse bezetter. Verder nog indrukwekkend is de zolder met het prachtige houten gebinte en natuurlijk het uitzicht van boven op de kerktoren. Hier zie je hoe Halle ingebed ligt in de omgeving, tussen twee grote wegen, van noord naar zuid en van west naar oost, aan het laatst bevaarbare stuk van de Zenne. Dit verklaart mee het ontstaan van de stad. En verder raad ik aan om gewoon op ontdekkingstocht te gaan. Door je in straatnamen te verdiepen bv. kom je vanzelf de rijke geschiedenis van de stad tegen. Zoals de Stoofstraat, die de Basiliekstraat verbindt met de Vuurkruisenstraat via de oude Vismarkt. Hier bevond zich in de middeleeuwen een stove of badhuis. Want ondanks hun slechte reputatie waren middeleeuwers best wel proper. Het taboe op het lichaam kwam pas later, in de pruikentijd, wanneer alle slechte luchtjes met parfum gecamoufleerd werden.”
Een vraag die we moeten stellen: waarom is onze Madonna zwart?
“Als het niet komt door het roet van de vele kaarsen én omdat men in vroegere tijden, voor de komst van de jezuïeten, het beeld van Maria kon aanraken, dan is er nog de legende. Die vertelt dat op 20 juni 1489 de kanonnen van de opstandige Filips van Kleef de muren van het omwalde Halle bestookten. Halle was namelijk trouw gebleven aan keizer Maximiliaan van Oostenrijk, betwist regent over de Lage Landen. Gedurende dit bombardement kwamen 470 stenen en ijzeren kanonballen op de Zennestad terecht. Toch viel de stad niet, dankzij de miraculeuze tussenkomst van Onze-Lieve-Vrouw van Halle. Zij verscheen op de stadswallen en ving de kanonballen op in haar mantel. Een aantal kanonballen is vandaag nog te bezichtigen in een nis van de kerk.”
Tot slot: wat brengt de toekomst voor de Kring?
“Het is geen geheim dat onze vereniging graag tentoonstellingen organiseert. Zo werken we mee met den AST aan een overzicht met werken van Thevenet, de kunstschilder die zijn laatste levensjaren in Halle doorbracht. Volgens mij is het historisch stadhuis daarvoor trouwens de perfecte plek. Na de recente renovatiewerken is het er gewoonweg prachtig: door de lichtinval en het zicht op de Grote Markt … Als je het mij vraagt, zou het Halse museum den AST er ook een plaatsje verdienen. Ideaal, boven de toeristische dienst. En uiteraard zou ik er niks op tegen hebben om er ook met onze vereniging neer te strijken.” (lacht)
Wil jij ook jouw vereniging in de kijker zetten? Laat het ons weten via communicatie@halle.be.