×

Jan Neef

Wie? Jan Neef, Luitenant-Kolonel van de Koninklijke Soldatenclub Congo

Waar? De wijk Congo in Lembeek

Wat maakt deze wijk zo speciaal?

“De Congo is een wijk naar mijn hart. De buurt heeft een rijke geschiedenis en een unieke sfeer. Dat voel je tijdens de Sint-Veroonmars. Wanneer we op Paasmaandag door de Congo trekken, is dat een speciaal moment. Er staat minder volk langs de weg dan vroeger, maar de gemeenschap is er toch nog hecht.

Beschrijf eens de doortocht in het gehucht op Paasmaandag?

Dan marcheren we de Kasteelbrakelsesteenweg op en houden we halt aan de kapel op de hoek met de Dokter Spitaelslaan. Ons korps speelt muziek en de schutters lossen een salvo. Veel mensen zijn er dan graag bij. De Sint-Veroonmars is meer dan een traditie. Het is de lijm die ons samenhoudt. En wie in de Congo-wijk woont, zegt niet dat hij van Lembeek is, maar wel van de Congo. Dat zegt iets over onze fierheid en verbondenheid.”

Waar komt die vreemde naam nu vandaan?

Er zijn verschillende theorieën. Maar ik denk niet dat er eentje echt klopt. Officieel is er niets neergeschreven. De Congo is gewoon een gehucht zoals je ook Hondzocht, de Malheide en het centrum hebt. Elk gehucht heeft zo zijn eigenheid. Ik herinner me dat er zo op school altijd wel een gezonde rivaliteit was tussen de wijken. En we hadden hier wel wat lokaal bekende inwoners.

Wie waren die persoonlijkheden?

Bokskampioen Felix Wouters vond hier zijn vrouw Mathilde. En Victor Brien woonde in mijn jonge jaren nog op het kasteel dat nu van de VUB is. Die stond destijds hoog aangeschreven als koloniaal zakenman. Bovendien had je ook volkse figuren zoals onze ‘calbut’. ‘Charlowie’ Debraekeleer was tamboor-majoor in onze soldatenclub. Hij is de enige man die zijn stok wel 10 meter hoog durfde gooien en hem toch opnieuw kon opvangen.

Wonen de leden van de club in de wijk?

Het korps telt 250 leden. Het zou al straf zijn dat ze allemaal uit de Congo kwamen. Ons voetvolk en de muzikanten komen van overal. Lang geleden sloten ze zelfs vanuit Gent aan. Nu wonen de meeste paassoldaten wel dichterbij. De grote groep woont in Lembeek, anderen in Halle of Klabbeek.

Heb je Congo zien veranderen?

Alles evolueert. Vroeger had je hier 3 voedingswinkels. En er waren wel 10 cafés. Die zijn allemaal verdwenen. Zo gaat dat in het leven. Je kan dat jammer vinden en tegelijk kan je er niets aan doen. Je voelt ook dat mensen minder gemeenschapszin hebben. Dat is een vaststelling. Op zich is daar niets verkeerd aan. Het zorgt er wel voor dat we die band met elkaar wat verliezen.

En toch, de Sint-Veroonmars staat er nog steeds

De mars is iets apart. Veel mensen zetten zich in Lembeek graag in voor dat erfgoed. Dat is iets echt van ons. Maar ook dat evolueert. Vroeger liepen er lang niet zoveel bedevaarders mee achter de kas van Sint-Veroon. Vandaag zijn er wel 1.000, met de verenigingen op kop. Dat is goed, maar het is aan ons ook om die nieuwe mensen er aan te herinneren waarom we dit doen. Om onze patroonheilige te eren, de figuur die van ons dorp Lembeek maakt. Als de Sint-Veroonmars niet meer bestaat, dan is Lembeek er ook niet meer.