De gemeenteraad keurde op 28 juni de jaarrekening van 2021 goed. Daaruit blijkt dat de Halse financiën structureel in evenwicht zijn.

Investeringen die lonen

De stad en het OCMW gaven vorig jaar in de dagelijkse werking zo’n 62 miljoen euro uit. Er was een duidelijke stijging van de uitgaven in de energiekosten (elektriciteit en gas). Daar werd in 2021 zo’n 262.000 euro meer dan voorzien uitgegeven. Dankzij de vele investeringen van de voorbije jaren in de verduurzaming van haar eigen gebouwen, kon de stad voorkomen dat de kosten hoger opliepen. Die investeringen lonen dus duidelijk.

In 2021 hebben de stad en het OCMW samen zo’n 17,3 miljoen euro geïnvesteerd in grote projecten. De grootste investeringen gebeurden in de renovatie van stadsgebouwen, de aanleg van meer groen en de vervanging van materieel. Tegenover deze uitgaven stond 3,9 miljoen euro aan inkomsten en investeringssubsidies. Er werd ook zo’n 4,3 miljoen euro aan investeringsbudgetten naar 2022 overgedragen.

Nauwkeurige budgetten

Een belangrijk aandachtspunt is de realisatiegraad van de uitgaven: hoeveel van de geplande uitgaven wordt effectief gespendeerd? Uit die realisatiegraad blijkt dat de stad steeds nauwkeuriger budgetteert: zo’n 99% van de geplande exploitatie-uitgaven en zo’n 77% van de geplande investeringen werden effectief gerealiseerd.

Gezonde financiën

De schulden zijn onder controle. In 2014 hadden de stad en het OCMW samen 57,6 miljoen euro schulden. Eind 2021 bedroeg die schuld nog 28,5 miljoen euro, wetende dat er in 2021 ook nieuwe leningen werden aangegaan. Deze situatie zorgt voor voldoende financiële stabiliteit voor toekomstige leningen. De stad is voor zichzelf strenger dan wat de Vlaamse overheid haar oplegt: er mag voor grote projecten worden geleend, maar niet meer dan het Vlaamse gemiddelde. De stad kiest er bewust voor om maximaal op 15 jaar te lenen, zodat de impact op de volgende legislaturen niet te groot is.

Schepen van financiën Dieuwertje Poté zegt: “De financiën zijn structureel gezond. De afgelopen jaren zijn zowel de onroerende voorheffing als de personenbelasting geleidelijk aan verlaagd. Eind 2019 volgde een grotere verlaging van de onroerende voorheffing. De stadsfinanciën kunnen dat aan. Maar we moeten voorzichtig blijven: de energiecrisis, de pensioenbom, de toenemende kostpijs van (bouw)materialen en de inflatie zijn bedreigingen voor de financiën van de lokale besturen, en dus ook voor die van de stad Halle.”