×

Jan Dirckx

De November Wereldmaand kunnen we niet meer wegdenken uit onze activiteitenkalender. Vergelijk het met carnaval, het Hyacintenfestival of de braderie. Elk jaar opnieuw is het uitkijken naar de boeiende avonden in het Wereldcafé of Tournée Mondi’alle. Maar hoe lang bestaat de November Wereldmaand al? En wie waren de eerste initiatiefnemers? Het antwoord vonden we in de Verenigde Staten. Want in de staat Washington woont Jan Dirckx, één van de organisatoren van het eerste uur.

Jan Dirckx: De helft van mijn leven heb ik rondgereisd. Zo was ik van 1972 tot 1979 als tropisch verpleegkundige met de medische NGO Medicus Mundi werkzaam in het toenmalige Zaïre, nu Congo. Nadien keerde ik terug naar België. Eerst woonde ik in Asse, daarna opnieuw in Essenbeek waar ik ook mijn jeugd doorbracht. En sinds 1997 woon en werk ik met mijn echtgenote in de Verenigde Staten, eerst o.a. in Maine en New Orleans, later in New Mexico en Virginia en de laatste jaren in Washington. Aanvankelijk was ik er actief in het kankeronderzoek en het vluchtelingenwerk, later ben ik er aan de slag gegaan als tolk. De eerste kiemen voor de November Wereldmaand moeten onbewust al ergens in Congo geplant zijn. Wij hadden toen al een meer progressieve visie rond ontwikkelingssamenwerking waarbij de ontvoogding van de inwoners centraal stond.

Jij bent dus de grondlegger van dit initiatief?

Jan Dirckx: Dat was niet het initiatief van één man of vrouw. We waren enthousiaste en gedreven inwoners waar ook leeftijdsgenoten zoals Jean-Pierre Laus, Annemie Cannaerts, Hilde Rooselaer, Ferdinand Leys, Mia Van Volsem en de toenmalige schepenen van sociale zaken Gust De Maeyer en Thérèse Merckx deel van uitmaakten. De eerste stappen werden trouwens in Essenbeek gezet. Dit Halse gehucht was in de jaren ’60 nog zeer katholiek en telde ook nog een aantal missionarissen. De parochie zocht toen voor al deze missiewerken giften. Zo werd er in die tijd in het katholieke Vlaanderen aan ontwikkelingssamenwerking gedaan. Maar wij zochten naar een meer progressieve aanpak. We wilden maatschappelijk ook een verschil maken en ook wat doen aan de racismeproblemen, de armoede- en de vluchtelingenproblematiek in eigen land. Zo ontstond in de schoot van verenigingen zoals Broedelijk Delen, de wereldwinkel en 11.11.11. in Halle de stuurgroep Ontwikkelingssamenwerking en later ook de werkgroep Mondiaal Halle.

Hoe zag het programma-aanbod er oorspronkelijk uit?

Jan Dirckx: Midden jaren ’80 zijn we met de Derde Wereldweek gestart. Die week vond in september plaats en niet in november zoals nu. De activiteiten die we organiseerden waren vooral gericht op informeren en sensibiliseren. Beschouw het als een voorlichtingsweek voor het ruime publiek met een fototentoonstelling, infoavonden, debatavonden of filmavonden met tal van mondiale thema’s als rode draad. Het hoogtepunt was telkens de zaterdag met het Feest in ‘t Vondel. ’s Morgens was er een tentoonstelling van enkele derde wereldprojecten. We organiseerden op de wekelijkse markt ook een wereldmarkt met exotische eetkraampjes en standen van diverse organisaties. In de Bres kon je genieten van een exotisch restaurant en wereldmuziek. En na de optredens was er ’s avonds nog een fuif met Congolese orkesten en dj’s tot in de vroege uurtjes. Om dit allemaal tot een goed einde te brengen waren we destijds toch met zo’n 30 vrijwilligers. Zo is het allemaal begonnen en uitgegroeid tot wat we vandaag kennen als de November Wereldmaand. 

Die vernieuwde aanpak was wellicht even wennen voor de doorsnee Hallenaar?

Jan Dirckx: Hallenaars zijn Bourgondiërs. En Bourgondiërs houden van luxe en genoegdoeningen. Dit was dus wel even wennen voor hen. Maar toch wilden we hen een geweten schoppen in de hoop dat hij of zij met de nieuwe kennis ook iets zou doen. Iedereen weet vandaag dat milieuverontreiniging een invloed heeft op de verdere ontwikkeling van de mens. Maar toen stond niemand daar bij stil en wij wilden hen daar toch bewust van maken en sensibiliseren. Dat lukte aardig maar soms botste het ook. Ja ook binnen onze organisatie vonden sommigen ons soms te revolutionair. 

Intussen woon je in Amerika. Hebben ze daar ook zo’n festivals die mensen en culturen met  elkaar verbinden.

Jan Dirckx: Neen, dat kennen ze daar niet. Maar de Verenigde Staten hebben dan ook geen koloniaal verleden. Integendeel, ze waren zelf een kolonie. Maar los daarvan hebben ze ook niet die cultuur zoals wij in Europa. .

Volg je de November Wereldmaand nog een beetje? Zak je soms nog eens af naar Halle?

Jan Dirckx: Ik volg het vanop afstand nog steeds. Maar de kans is vrij groot dat ik er dit jaar bij ben. Want dit najaar breng ik toevallig ook een bezoek aan België.

Fijn! Want wens je de huidige organisatie-generatie toe?

Jan Dirckx: Volhouden is de boodschap. Dit is geen werk van lange adem want dit is een bouwwerk dat nooit zal af zijn., het zal immers nooit ophouden. Maar goed, kathedralen werden destijds ook niet op één dag gebouwd. Maar vandaag staan ze er nog steeds. Dus het bewustmakingsproces is een continu gegeven dat op lange termijn zeer zeker zijn vruchten zal opleveren.