Ongeschikt en onbewoonbare woningen
Alle woningen in Vlaanderen moeten aan minimale kwaliteitsnormen voldoen. Als dit niet het geval is, kan de woning als ongeschikt of onbewoonbaar worden verklaard. De verhuurder moet dan een boete betalen en mag de woning niet opnieuw verhuren.
Welke gebreken bestaan er?
Een woning wordt beoordeeld op basis van gebreken, die in drie categorieën worden ingedeeld:
- Categorie I: Kleine gebreken die de levensomstandigheden negatief beïnvloeden. Deze maken de woning niet ongeschikt of onbewoonbaar. Voorbeelden van lichte gebreken zijn beperkte vochtschade, verweerde ramen, onvoldoende verluchting, beschadiging van het pleisterwerk.
- Categorie II: Ernstige gebreken die de leefomstandigheden negatief beïnvloeden, maar geen direct gevaar opleveren voor je veiligheid of gezondheid. Een woning met deze gebreken is ongeschikt. Voorbeelden van ernstige gebreken zonder direct gevaar zijn bijvoorbeeld geen geaarde stopcontacten, kamers die niet (slotvast) afsluitbaar zijn.
- Categorie III: Ernstige gebreken die gevaarlijk zijn voor de gezondheid of veiligheid. Een woning met deze gebreken is ongeschikt en onbewoonbaar. Voorbeelden van ernstige gebreken met direct gevaar voor je veiligheid of gezondheid zijn (risico's op) elektrocutie, brand of CO-vergiftiging.
⚠️ Opgelet: Zeven gebreken van categorie I tellen als één gebrek van categorie II. Eén ernstig gebrek kan al voldoende zijn om een woning ongeschikt of onbewoonbaar te verklaren.
Indien nodig kan de woonwinkel een procedure opstarten om de woning officieel ongeschikt of onbewoonbaar te verklaren. Voordat dit gebeurt, probeert de woonwinkel altijd eerst te bemiddelen met de verhuurder om de nodige reparaties te laten uitvoeren. Ook kan de woonwinkel jou als huurder tips geven over goed onderhoud.